31.8.07

Diplomatie is oorlog

Diplomatie is oorlog. Alleen zijn de wapens die gebruikt worden van een heel ander allooi.

De meeste mensen hebben daar een verkeerd beeld van, zo'n regeringsonderhandelingen. Ze denken aan een groepje proper geklede politici die een paar dagen op een of ander kasteel rond een grote tafel zitten, urenlange besprekingen houdend met af en toe eens iemand die zijn stem verheft.

Neen, er zit zoveel meer achter. Diplomatie, en toponderhandelingen in het bijzonder, zijn een bikkelhard gevecht op leven en dood. Karaktermoorden worden gepleegd, psychologische terreur gezaaid. Het gaat 'm om overleven. Zorgen dat ge de laatste van de hoop zijt die nog enigszins helder kan nadenken en vervolgens uw eisen in het te ondertekenen akkoord kunt gieten zonder dat iemand het echt in de mot heeft.

Laat me eens bondig schetsen hoe ik dat indertijd aanpakte: om te beginnen kwam ik altijd minstens een uur te laat op de afspraak - niks beters om uw tegenstander van in het begin op zijn ongemak te stellen door hem nerveus zijn tijd te doen verprutsen. Ik koos mijn locatie voorts heel nauwgezet - zo'n ouwe kastelen als Hertoginnedal zijn perfect op hete zomerdagen (neem een afgesloten kamer waarin ge bijna stikt in de muffe lucht) of koude winterdagen (ge vriest er uit uw vel).

Ik excelleer in dit soort omgeving omdat ik een ongelooflijke fysiek heb en zowat alles kan verdragen, met uitzondering dan van de lijfgeur van Louis Michel. In geval van koude beschermt mijn gezonde vetlaag mij volkomen. En als het heet en wuft is, begin ik een ongelooflijk doordringende zweetgeur te verspreiden waar ik me zelf niks van aantrek maar die mijn disgenoten doorgaans groen en geel doet uitslaan. Mooi meegenomen!

Gedurende de onderhandelingen zelf zeg ik de eerste paar uur geen woord en doe amper moeite om zelfs maar te doen alsof ik aan het luisteren ben. Ik neem een gazet of boekske mee dat ik onder de tafel kan lezen. Ik laat de zaken zo een hele tijd aanmodderen en op een bepaald moment verzoek ik het avondmaal te laten aanvoeren - bij voorkeur het vetste en zwaarste voer dat ge u kunt inbeelden: dikke entrecotes druipend van het vet, met daarbij emmers frieten, overgoten door beken mayonaise. Zwarte pensen met stoemp. Ajuinensoep met spek. Uit ervaring weet ik dat de meeste sossen en groenen hier absoluut niet tegen kunnen - ge moet zo'n Frank Vandenbroucke eens bleek zien wegtrekken als hij zich dat allemaal voorgeschoteld ziet worden!

Terwijl de helft van de ploeg een indigestie heeft of op de toiletten zit doe ik mijn best de sfeer nog verder te verpesten door aan de lopende band krachtige oprispingen te lanceren. De volgende dag volg ik min of meer hetzelfde scenario, alleen heb ik een secondant instructies gegeven om ergens vlakbij de buitenmuren van het gebouw een ploeg wegenwerkers urenlang met drilboren van katoen te laten geven.

Na een derde dag meer van hetzelfde is driekwart van de onderhandelaars onschadelijk gemaakt - de nieuwelingen in de ploeg, vele sossen, zowat alle groenen, een handvol liberalen die misschien al wat met de gezondheid aan het sukkelen waren... enkel de harde kern vertoont dan nog enige weerstand. Op zo'n moment schakel ik een 'partner in crime' in - een medestander met wie ik de grote lijnen van het gewenste eindakkoord al op voorhand had afgesproken. In mijn geval was dat meestal Louis Tobback. Die laat ik het dan op een brullen, roepen en tieren zetten dat het geen naam heeft. Een uur of twee later pleeg ik dan een heel rustige en beschaafde interventie (good cop / bad cop, weet u wel) en op dat moment verzeker ik u dat ik van mijn gesprekspartners zowat alles gedaan krijg. Ik wed u dat ik ze dan hun moeder kan laten verkopen, als het hen maar zou toelaten spoorslags dat vermaledijde kasteel te verlaten.

Dat is in het kort het geheim van mijn legendarische successen als onderhandelaar. Waarom ik dat hier allemaal aan de klok kom hangen?

Wel, ik vertelde eerder al dat de Rompuy, ofte de Scheve Palingvisser, een van de weinige politici is waar ik ooit schrik van heb gehad. Die mens is in staat u zo diep te vernederen dat ge uw eigen vrouw en kinderen niet meer onder ogen durft komen. Ik geloof dat hij als jong ventje op school serieus is gepest geweest, maar anders dan de meeste gevallen was hij gebiologeerd door het gedrag van zijn pestkoppen, dat hij intens observeerde en absorbeerde. Toen zijn superieur intellect zich later verder heeft ontwikkeld, moet zijn brein dat kinderlijke potentieel tot het begaan van intense psychologische wreedheden ergens permanent hebben opgeslagen, en kan hij dat nu nog naar believen emaneren en in zijn voordeel aanwenden.

Ik wil maar zeggen dat nu de Scheve Palingvisser de touwtjes in handen heeft, de onderhandelingen eindelijk plezant lijken te gaan worden. Ik hoop voor Joelle en Didier dat ze de laatste dagen goed hebben kunnen uitslapen!

Geen opmerkingen: